Pagina's

zondag 22 januari 2012

Alles verandert ja, ook het werk in de bieb

Het was rustig in de bieb vorige zaterdag, tot een kwartier voor sluitingstijd. Toen kwamen de vragen:
- Waar staan de boeken over het verband tussen religie en kunst, geschreven in de laatste 2 jaar?
- Hebt u voor m'n dochter een paar naslagwerken over de gevolgen van sociale media? 
Ondertussen stonden er andere ongeduldige biebbezoekers in de nabijheid. De ene wilde nog even hulp bij het versturen van een mail, de andere moest nog een paar printjes betalen, een derde had een usb-stick met foto's die afgedrukt moesten worden. Tenslotte was er nog de klant waarvoor een hotspotbonnetje uitgedraaid moest worden op een andere verdieping.
Dat het niet lukte om de eerstgenoemde vraagstellers naar volle tevredenheid te helpen moge duidelijk zijn (hoewel ik heb aangeboden om maandag verder te zoeken en toch in de gauwigheid nog twee boeken over de invloed van internet uit de kast heb geplukt), maar het illustreert goed hoe het werken in de bibliotheek is veranderd in de loop van de jaren. Alleen de eerste vraag ging echt over boeken.

De krasse knarren onder de collega's zullen zich nog herinneren hoe bibliotheekwerk er in het verleden zonder computers uitzag. Batterijen kaartenbakken en planken vol naslagwerken flankeerden onze informatiebalies en uitlenen deden we met behulp van Karto, een microfilmapparaat van de firma Karmac (vreselijk systeem vond ik dat), en daarvóór met behulp van het Detroitsysteem: bakken vol kaartjes waar  de nummers van de leners op genoteerd waren. Van trouwe klanten wist je het nummer uit het hoofd.

Uitlenen met Karto

In de 80er jaren besloot de provinciale bibliotheekdienstdirectie in haar oneindige wijsheid dat de bibliobussen de ideale plekken waren om een geautomatiseerd uitleensysteem te testen. Met leespennen en computerbakbeest werden we de provincie ingestuurd. Hier is een stukje uit een brief aan mijn ouders, gedateerd oktober 1984. In die tijd had ik geen telefoon en mijn moeder en ik schreven elkaar wekelijks een brief met grote en kleine nieuwtjes.  


(klik erop voor een groter en leesbaar formaat. Benieuwd of iemand kan raden wie
chauffeur A. is)

Je moest soms 10x over een boeklabel heen en weer vegen voordat het barcodelabel gelezen werd (of je moest het nummer alsnog intypen). De computer maakte ons ook niet vrolijk. Mocht hij een keertje uitvallen ('kijk mama, een knopje!" *plop*), dan moest je een handleiding van anderhalve hladzijde doorwerken voordat je hem weer aan de praat had. Die handleiding kregen we overigens pas toen de helpdeskmensen te vaak de hele provincie hadden moeten doorkruisen om een bibliobus weer uitleenklaar te krijgen. Heel frustrerend allemaal, zoals wel blijkt uit de brief.
Inmiddels zijn de computers flink geëvolueerd en de bibliobussen allemaal wegbezuinigd. De incidentele(?) frustraties blijven, weliswaar in andere vormen. Weigerachtige printers, uitvallende netwerkverbindingen, een uitleensysteem dat zo nu en dan platligt - we kennen het allemaal. En we vergeten al die keren dat het wél soepel werkt.

In plaats van met het invoegen van cataloguskaartjes zijn we nu bezig met de website, bedrijfstwitter en digitale nieuwsbrieven. We helpen klanten met hun mail en printen hun sollicitatiebrieven en treinkaartjes. Informatie bewaren we niet langer in naslagwerken (de encyclopedieën zijn onlangs verkocht) of in ons hoofd, maar we kijken even op internet of in de catalogus, die allang niet meer alleen naar boeken verwijst.

Je hoeft echt geen ander werk te zoeken om ander werk te krijgen..
Related Posts with Thumbnails