Vanaf de 1e klas (voor de jonkies: dat is nu groep 3) vierden we het sinterklaasfeest niet meer op de zolderverdieping van de lagere school, waar de kleuters gehuisvest waren, maar in de grote zaal van het dorpscafé. Mijn geloof in de Goedheiligman was op m'n 6e jaar nog rotsvast. Sinterklaas kon en wist alles; alle ongerijmdheden gingen volledig aan mij voorbij.
We moesten om de beurt bij Sinterklaas komen. Nu was dat op zichzelf al een ramp voor een pijnlijk verlegen kind, maar Sint had ook nog eens een vermanend woord voor de kleine Lies: ze mocht 's avonds niet meer het speelgoedhondje afpakken van haar kleine broertje. O, wat kwam dat hard aan. Wat was namelijk het geval: Lies pakte die hond helemaal niet af. Broertje gooide die hond uit zijn bedje en Lies legde hem terug, telkens weer. Broertje vond dat een leuk spelletje. Maar na een aantal keren werd Lies slaperig en ze vond het zo zielig voor hondje dat ie op de grond moest slapen, dat ze het beestje zelf maar mee naar bed nam. Niks afpakken, alleen maar goede bedoelingen.
Het door oma gehaakte hondje. Zoals je ziet heeft hij alle avonturen overleefd. |
Dat Sint dat niet wist! Sint wist toch alles? Waarschijnlijk schreef ik het misverstand toe aan mijn moeder, die het vast had verklikt omdat de ouders nou eenmaal materiaal moesten aanleveren voor het grote boek. Mijn vertrouwen in Sinterklaas liep in elk geval geen onherstelbare deuk op. Toch blijkt uit het feit dat dit incident is blijven hangen dat het onrecht hard aankwam - wat waarschijnlijk ook betekent dat m'n jonge jaren redelijk voorspoedig verliepen, anders waren er wel belangrijker zaken in m'n geheugen gegrift!
Sinterklaasliedjes zingen bij opa en oma, met grote broer en de neven en nichtjes (1964) |
Wat een leuk blogbericht! En wat een herkenbare foto. Toen hadden we nog schoorstenen! ;-)
BeantwoordenVerwijderen